Eén ouder op drie vindt dat scholen ook na corona moeten inzetten op digitaal lesgeven

Iets meer dan een ouder op de drie (37%) vindt dat scholen ook na de coronacrisis meer moeten inzetten op digitaal lesgeven. Dat blijkt uit een onderzoek van Telenet bij meer dan 1.500 Belgen van wie bijna 500 gezinnen met kinderen in het onderwijs. 17% zegt dat hun kinderen de online lessen verkiezen boven de fysieke, terwijl de kinderen bij 60% van de ouders gewoon liever naar school gaan zoals vroeger. Meer dan de helft van de ouders kneep tijdens de lockdown trouwens een oogje dicht op het vlak van schermtijd. 

Kinderen gebruikten het internet en beeldschermen de afgelopen maanden niet alleen voor entertainment of om contact te houden met familie en vrienden, maar ook om online les te volgen of huiswerk te maken. En dat is iets wat voor ouders meer mag. Zo zegt iets meer dan een ouder op de drie (37%) dat scholen ook na de coronacrisis meer moeten inzetten op digitaal lesgeven. Bijna een op de drie (31%) vindt dat er online moet worden lesgegeven tot het einde van het schooljaar. 15% is van mening dat dat moet blijven gebeuren tot er een vaccin is tegen het SARS-CoV-2-virus. Volgens experts mogen we niet zo zwartwit kijken naar digitaal onderwijs.

​"Online onderwijs beoordelen op de voorbije maanden in lockdown is niet fair. De omschakeling moest snel en noodgedwongen. Het is moeilijk te zeggen of we nu een combinatie tussen fysiek en online onderwijs zullen krijgen. Als de noodzaak vermindert, zal de wil ook verkleinen. De meeste scholen liggen in België om de hoek. Dat is anders op plaatsen waar afstandsonderwijs echt een noodzaak is, zoals in afgelegen gebieden. Ik geloof eerder dat digitaal onderwijs een plaats moet krijgen op het juiste moment. Als we een gelijkaardige situatie meemaken, dan moet de omschakeling naar digitaal wel vlot kunnen. Maar ik blijf overtuigd van de kracht van ons fysieke onderwijs.”  Pedagoog Pedro De Bruyckere

​16% van de ouders geeft aan dat er niet voldoende middelen waren zoals laptops, tablets of een goede internetverbinding om vlot online lessen te kunnen volgen. Bij 75% was dat wel het geval. Telenet nam de afgelopen maanden verschillende initiatieven voor kanszoekende en kwetsbare jongeren. Zo deelde het onder meer vouchers uit waarmee jongeren die thuis geen internetverbinding hebben, kunnen connecteren op het Telenet Wi-Free-signaal. Verder steunde Telenet verschillende organisaties met donaties van smartphones en laptops. 

Oogje dicht knijpen
​Lange dagen thuis de kinderen bezighouden, telewerk of niet: het vroeg de afgelopen maanden veel van ouders. De helft (51%) kneep tijdens de lockdown dan ook een oogje toe als de kinderen zich online of via schermen bezighielden. 

Bij 41% golden voor de coronacrisis al regels rond schermtijd binnen het gezin. Meer dan de helft (58%) van de ouders versoepelde die regels en 8% schafte ze zelfs tijdelijk af voor de duur van de coronamaatregelen. Slechts bij 3% werden de afspraken verstrengd. 

“Je bent absoluut geen slechte ouders omdat je je kinderen de afgelopen maanden vaker voor een scherm zette. Er was in veel gevallen vaak ook geen andere mogelijkheid. Het schermgebruik was bovendien meestal interactief omdat het bijvoorbeeld om sociaal contact online ging. Dat is veel minder problematisch dan passief gebruik en uren staren naar een scherm. Met de zomer voor de deur is het vooral belangrijk om er opnieuw voor te zorgen dat kinderen ook voldoende buiten spelen en offline creatief bezig zijn. Niet omdat schermpjes ongezond zijn, maar om opnieuw een gezond evenwicht te vinden en duidelijk te maken dat het overmatige schermgebruik van de afgelopen maanden uitzonderlijk was.”  Pedagoog Pedro De Bruyckere